‘Een stratenmaker die liever beroepschauffeur wil worden, vind je niet terug in het systeem’

Met welke uitdagingen hebben dienstverleners te maken? En hoe kan VUM daarbij helpen? In deze aflevering van onze reeks over dienstverlening gaan we in gesprek met Karin Terwindt, die als accountmanager functiecreatie mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk helpt. ‘Het is zo belangrijk om te luisteren naar waar mensen blij van worden en wat ze nodig hebben.’

Karin ter Windt

Karin Terwindt heeft ervaring in ‘alles wat met mensen en werk te maken heeft.’ Na een studie P&O liep ze stage bij het mobiliteitscentrum van de NS, waarna ze binnen het uitzendwezen is gaan werken. Vervolgens werkte ze ruim vijftien jaar in de commerciële re-integratie, als jobcoach, projectmanager en regiomanager. Sinds zes jaar is ze accountmanager functiecreatie bij het Werkgeversservicepunt Midden-Gelderland. 

De afdeling Functiecreatie is in het leven geroepen vanwege de Banenafspraak, waarmee het kabinet ervoor wil zorgen dat mensen met een arbeidsbeperking vaker een baan bij een “gewone” werkgever krijgen. ‘Functiecreatie gaat dus over mensen met een iets grotere afstand tot de arbeidsmarkt’, legt Terwindt uit. ‘Dat zijn mensen waarvan wordt vermoed of is vastgesteld dat zij een “verminderde loonwaarde” hebben. Dus mensen die om wat voor reden dan ook – psychisch of fysiek – niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen.’

‘Een systeem is zo succesvol als we het zelf maken. Het is heel erg afhankelijk van hoe goed en hoe actueel het wordt gevuld’

Meer ondersteuning

De doelgroep waarmee Terwindt werkt is de afgelopen jaren veranderd, ziet ze. ‘In de huidige hoogconjunctuur is de werkloosheid is dermate laag dat er vaak complexe problematiek speelt wanneer mensen langere tijd niet aan het werk zijn. De kandidaten hebben vaak een grotere afstand tot de arbeidsmarkt - ook de kandidaten die geen verminderde loonwaarde hebben. Het verschil tussen de ondersteuningsbehoefte bij het matchen van bijvoorbeeld een “reguliere WW’er” en een doelgroepkandidaat wordt steeds kleiner. Dat maakt het matchingsproces intensiever en betekent dat er steeds vaker instrumenten als proefplaatsing en loonkostensubsidie worden ingezet. Ook  hebben mijn collega’s en ik steeds meer en intensiever contact met de werkzoekende en gaan wij bijvoorbeeld ook mee op sollicitatiegesprek, als de kandidaat wat extra hulp nodig heeft om zich te presenteren.’

Korte lijnen

De grotere afstand van kandidaten tot de arbeidsmarkt maakt matchen ook uitdagender. Kennis van de arbeidsmarkt, maar zeker ook het goed in beeld hebben van de werkzoekende, is noodzakelijk. Terwindt vindt haar matches over het algemeen via partners in haar netwerk. ‘Meestal weten we de juiste persoon aan een vacature te koppelen doordat we korte lijnen hebben met elkaar. In het systeem waarmee we werken kunnen we wel selecties draaien, maar over het algemeen leveren die weinig op. Ik maak vooral matches via partijen die de werkzoekende kennen. Denk aan werkgevers die een medewerker willen doorplaatsen, jobcoachorganisaties, scholen, zorginstellingen en betrokken professionals van de gemeenten en UWV.’

‘Juist in de huidige krappe arbeidsmarkt is het nodig om op interesses en competenties te kunnen zoeken’

Efficiënter de arbeidsmarkt bedienen

Het is dit maatwerk dat haar werk intensief maakt. Een beter systeem zou aan dat maatwerk niet veel veranderen, denkt Terwindt. ‘Maar ik geloof wel dat mijn werk veel efficiënter kan en dat wij de arbeidsmarkt efficiënter kunnen bedienen. VUM kan daarbij een hulpmiddel zijn, maar we moeten het zelf doen. Zeker in het sociaal domein verzuip je in de verschillende bakjes en systemen, dus ik zou blij zijn als dingen gestructureerd en laagdrempelig te vinden zijn. Ik hoop echt dat VUM dat gaat bieden. Daarbij geldt wel dat die uitwisseling van informatie zo succesvol is als we het zelf maken. Het is heel erg afhankelijk van hoe goed en hoe actueel de systemen worden gevuld. En daar zijn we met zijn allen niet altijd even sterk in.’ 

Bovendien maakt het ook uit welke gegevens er worden bijgehouden, ziet Terwindt. Voor haar doelgroep is dat nog vaak wat mensen niét kunnen. Zelfs zou ze liever zien dat daarnaast ook wordt bijgehouden wat mensen willen en wat ze zouden kunnen worden. ‘Als je nu een stratenmaker hebt met slechte knieën die liever beroepschauffeur wil worden, dan vind je die niet terug in het systeem als je een chauffeur zoekt. Terwijl het juist in de huidige krappe arbeidsmarkt nodig is om op interesses en competenties te kunnen zoeken. Wat iemand nu niet kan, kan en wil diegene misschien wel leren. Je hebt meer nodig dan “harde” dingen als uren, opleiding en rijbewijs. Je moet ook weten wat iemands vaardigheden, interesses en ambities zijn.’ 

Luisteren naar mensen

Dat aandacht voor ambities en competenties in de praktijk tot succes kan leiden, ervaarde ze zelf bij een bemiddelingstraject van een man die van oorsprong kok was, maar iets anders wilde en moest gaan doen in verband met fysieke klachten. ‘Er is schreeuwende vraag naar koks, maar hij zat al jaren in een uitkeringssituatie. Hij was heel onzeker en door zijn klachten lukte kok zijn niet meer. Hij wilde regelmaat, meer beweging, iets met collega’s, maar ook zelfstandig. We zijn samen op basis van zijn wensen en interesses en mijn kennis van werkgevers  uiteindelijk uitgekomen bij een andere sector. Hij heeft de switch naar groenbeheer gemaakt. Iets totaal anders en hij vond het erg spannend. Bij de eerste werkgever ging het daardoor niet goed. Maar het werk vond hij wél heel leuk en hij wilde niet weer de horeca in. Uiteindelijk hebben we met hulp van een jobcoach een geschikte werkgever voor hem gevonden, waar hij nu nog steeds werkt. Die werkgever is erg blij met hem en hij heeft diverse certificaten binnen het groen behaald. Dat laat zien hoe belangrijk het is om te luisteren naar waar mensen blij van worden, wat zij kunnen, en wat ze nodig hebben. Maar ook dat de kennis van beroepen en de arbeidsmarkt en het contact met werkgevers het verschil kan maken.’

VUM wil de gezamenlijke dienstverlening op de arbeidsmarkt makkelijk maken. Zo helpt het Werklandschap van de VNG om een gemeenschappelijk denkkader en taal te creëren, met ruimte voor lokale verschillen in beleid, doelgroepen en inzet van middelen. Het verbeeldt welke dienstverlening gemeenten bieden om werkzoekenden te begeleiden naar (on)betaald werk en welke dienstverlening werkgevers wordt geboden om te komen tot de beste kandidaat op hun vacature. Maar waarom is dat eigenlijk zo belangrijk? In een reeks van zeven interviews nemen we je mee in de praktijk van de dienstverlening.

Andere artikelen in deze reeks