Aart van der Gaag: ‘Zolang ik rondloop vragen we al om meer transparantie’

VUM wil de gezamenlijke dienstverlening op de arbeidsmarkt makkelijk maken. Maar waarom is dat eigenlijk zo belangrijk? In een reeks van zeven interviews nemen we je mee in de praktijk van de dienstverlening. Met welke uitdagingen hebben dienstverleners nu te maken? En wat kan VUM daaraan bijdragen? We trappen af met Aart van der Gaag, boegbeeld van het project “Op naar de 100.000 banen” van VNO-NCW, MKB-Nederland en LTO Nederland. Met meer dan vijfenveertig jaar ervaring in de arbeidsbemiddeling heeft hij allerlei initiatieven voorbij zien komen om de dienstverlening te verbeteren. ‘We zoeken al vijftig jaar naar het ei van Columbus. En ik hoop echt dat VUM het is.’

Aart van der Gaag

Werkgevers zitten met hun handen in het haar. Meer dan de helft van de vacatures is moeilijk vervulbaar. Een getal dat naar verwachting alleen maar gaat groeien. Dat maakt dat goede dienstverlening en bemiddeling belangrijker zijn dan ooit. Als oude rot in het vak weet Van der Gaag er alles van. Al in de jaren zeventig werkte hij voor de Federatie Sociale Werkvoorziening - de voorganger van Cedris, de Nederlandse brancheorganisatie voor sociale werkgelegenheid en arbeidsintegratie. Functies als directeur bij het Arbeidsbureau Utrecht (een voorganger van het UWV WERKbedrijf), uitzendbureau Start en de Algemene Bond Uitzendondernemingen volgden. 

‘Het heeft even geduurd voordat bemiddelaars de mogelijkheden van IT-systemen gingen inzien. Toen ik in de jaren tachtig bij Start begon hadden we nog kaartenbakken met werkzoekendeprofielen. Blauwe voor de jongens, roze voor de meisjes – echt waar’, lacht Van der Gaag. ‘Maar ik geloof echt dat goede IT-oplossingen, zoals VUM, kunnen helpen bij bemiddeling. Zolang ik rondloop vragen we al om meer transparantie. Dat is in vijftig jaar tijd niet veranderd. Ik heb in die tijd al veel initiatieven voorbij zien komen, die niet allemaal zijn niet gelukt. Maar dat betekent niet dat je het niet opnieuw moet proberen.’

Betere kandidaten dan verwacht

Als directeur van het Arbeidsbureau in Utrecht ervoer Van der Gaag aan den lijve hoeveel het kan helpen om profielgegevens beschikbaar te maken voor bemiddelaars. Kampend met een groot tekort aan technische kandidaten, besloot hij een deel van het profielenbestand beschikbaar te maken voor private uitzendbureaus. Het was een groot succes: ‘Ze troffen - tot hun plezier - veel betere kandidaten dan ze hadden verwacht.’ 

'De neuzen van de zalm zijn nooit op'

Want die goede kandidaten zijn er altijd, gelooft Van der Gaag. ‘Ik erger me eraan als mensen roepen dat het “op” is op de arbeidsmarkt. Want elke keer dat er experimenten worden gedaan met directe bemiddeling, komen er weer nieuwe kandidaten boven tafel. De neuzen van de zalm zijn nooit op. Je moet met andere ogen leren kijken.’

Talenten en vaardigheden

Kijken met andere ogen. Hoe doe je dat? Bijvoorbeeld door meer aandacht te hebben voor talenten en vaardigheden die niet van diploma’s zijn af te leiden, stelt Van der Gaag. ‘Dat blijft een grote uitdaging. Het valt me op dat nog vaak geregistreerd wordt wat kandidaten niet kunnen in plaats van wat ze wel kunnen. Zeker bij de groep met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt zijn opleidingen vaak gering. Terwijl er dan toch veel talent blijkt te zijn.’

Zulk talent ziet Van der Gaag als commissaris “100.000 banen” steeds opnieuw voorbij komen. Sinds 2014 werkt hij samen met de drie centrale werkgeversorganisaties om in zo’n 10 jaar tijd 100.000 mensen met een arbeidsbeperking aan het werk te helpen. Dat loopt op schema: er zijn inmiddels al zo’n 75.000 extra banen voor deze groep mensen gerealiseerd. ‘Als ik dan hoor dat bemiddelaars het niet belangrijk vinden dat hobby’s  genoemd worden in het profiel, gaat dat mijn pet te boven. Want als ik iets geleerd heb, is het dat iemand die heel pietepeuterig bezig is met postzegeltjes, waarschijnlijk een nauwkeurig mens is met een zekere focus. Daar past dan een beroep bij. En dat geldt voor heel veel hobby’s.’

Zoeken naar het ei van Columbus

Maar hoe kom je erachter of er in het werkzoekendebestand iemand zit die de juiste interesses en ervaringen heeft voor de beschikbare vacature? Dat blijkt een grote uitdaging. ‘Het arbeidsmarkt is een groot bos. Maar de losse bomen – de individuen – zie je niet meer staan. Terwijl je die juist moet zien te vinden’, stelt Van der Gaag. ‘Meer transparantie, zoals VUM wil bieden, kan daaraan bijdragen. Door vaardigheden en competenties te registreren kun je degene die je nodig hebt beter boven tafel krijgen. We zoeken al vijftig jaar naar het ei van Columbus. En ik hoop echt dat VUM het is.’

'Wat mij interesseert is of er door die samenwerking meer mensen aan het werk komen'

Daarbij blijft het belangrijk om de juiste gegevens op de juiste manier te registreren. Anders loopt het alsnog mis. ‘Iemand van de Nederlandse Bank vertelde me dat ze via het WSP een nieuwe werknemer aangereikt hadden gekregen. Maar die nieuwe werknemer wilde eigenlijk alleen maar interieurontwerpen. Dat soort werk is er natuurlijk niet bij de Nederlandse Bank, dus dat matchte niet. Nu zal zo’n groot bedrijf door zo’n ervaring niet direct afhaken van de publieke dienstverlening. Maar voor een MKB-bedrijf met zeven man in dienst kan één slechte ervaring al genoeg zijn om voortaan alleen nog via Indeed te werven. Dat soort dingen kunnen we voorkomen met betere matchingsgegevens.’

Resultaten

Transparantie en betere matchingsgegevens zijn niet de enige sleutels tot succesvolle dienstverlening. Ook een goede samenwerking is belangrijk, ziet Van der Gaag. Maar alléén als die samenwerking ook tot resultaten leidt. ‘Ik vind vaak dat men heel tevreden is over “de samenwerking”, maar dat echte resultaten vervolgens uitblijven. Wat mij interesseert is of er door die samenwerking meer mensen aan het werk komen. Een samenwerking forceer je niet met een goed systeem. Maar ik denk wel dat VUM een bijdrage kan leveren aan publiek-private samenwerking. Zolang het goed in de markt gezet wordt en goede voorbeelden gedeeld worden. Mensen moeten zien dat het écht werkt.’ 

VUM wil de gezamenlijke dienstverlening op de arbeidsmarkt makkelijk maken. Zo helpt het Werklandschap van de VNG om een gemeenschappelijk denkkader en taal te creëren, met ruimte voor lokale verschillen in beleid, doelgroepen en inzet van middelen. Het verbeeldt welke dienstverlening gemeenten bieden om werkzoekenden te begeleiden naar (on)betaald werk en welke dienstverlening werkgevers wordt geboden om te komen tot de beste kandidaat op hun vacature. Maar waarom is dat eigenlijk zo belangrijk? In een reeks van zeven interviews nemen we je mee in de praktijk van de dienstverlening.

Andere artikelen in deze reeks